De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is bedoeld om de balans op de arbeidsmarkt te verbeteren. De wet doet dat door de verschillen tussen vaste arbeidscontracten en flexwerk te verkleinen. Een vast contract wordt iets goedkoper, een tijdelijk contract iets duurder, en ontslag wordt makkelijker. De WAB treedt grotendeels op 1 januari 2020 in werking. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen:
De periode in de ketenregeling wordt verruimd
Werkgevers krijgen meer ruimte voor opeenvolgende tijdelijke contracten (de ketenbepaling). De ketenregeling wordt verlengd naar drie aansluitende tijdelijke contracten in drie jaar (in plaats van twee jaar). Wanneer de drie contracten samen langer duren dan drie jaar ontstaat automatisch een contract voor onbepaalde tijd. Na een periode van ten minste zes maanden tussen iedere reeks van tijdelijke contracten start de keten opnieuw.
Ontslag wordt makkelijker
Naast de acht ontslaggronden die het arbeidsrecht al kent, komt er een extra ontslaggrond bij: de cumulatiegrond. Deze cumulatiegrond biedt een rechter de mogelijkheid om een arbeidsovereenkomst bij meerdere ‘niet-voldragen’ ontslaggronden toch te ontbinden. De cumulatiegrond kan niet worden gebruikt bij ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid.
Vanaf dag één recht op een transitievergoeding
Met de komst van de WAB hebben werknemers al vanaf de eerste dag van hun dienstverband recht op een transitievergoeding. Volgens de nieuwe wet bedraagt de transitievergoeding over de gehele duur van het dienstverband een derde maandsalaris per dienstjaar.
Werkgevers moeten oproepkrachten eerder oproepen
Volgens de WAB moet een werkgever een oproepkracht ten minste vier dagen van tevoren schriftelijk of elektronisch oproepen om arbeid te verrichten. Doet een werkgever dat niet, dan is de oproepkracht niet verplicht om gehoor te geven aan de oproep.
Oproepkrachten moeten na een jaar een aanbod voor een vaste arbeidsomvang krijgen
Steeds als de arbeidsovereenkomst van een oproepkracht 12 maanden heeft geduurd, moet een werkgever in de 13e maand deze oproepkracht een aanbod voor een vaste arbeidsomvang doen, waarbij geen sprake kan zijn van een uitsluiting van de loondoorbetalingsplicht. De arbeidsomvang moet ten minste gelijk zijn aan de gemiddelde arbeidsomvang van het afgelopen jaar.
Payrollkrachten krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als vaste medewerkers
Werknemers die op payrollbasis werken, krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers die in vaste dienst zijn bij de opdrachtgever, inclusief secundaire arbeidsvoorwaarden als vakantiedagen, scholingsregelingen enzovoorts. Harmonisatie van het pensioen volgt mogelijk in een latere fase. Werkgevers moeten zelf bepalen of ze uitzend- dan wel payrollkrachten in dienst hebben. De werkgever is hiervoor aansprakelijk.
WW-premie lager voor medewerkers in vaste dienst
De WW-premie is met de komst van de WAB niet langer afhankelijk van de sector waarin iemand werkzaam is, maar van het soort contract: vast of flexibel. Er geldt straks alleen nog een hoog en laag tarief, waarbij het hoge tarief 5% hoger is dan het lage. Het hoge tarief geldt voor alle werknemers die geen vast contract hebben, het lage tarief is voor werknemers met een vast dienstverband.